Wielrennen: de zwaarste etappe voor wielrennen - Dat is de titel van een reportage die ARD gisteren uitzond als onderdeel van de sportshow en die nu beschikbaar is in de mediatheek voor iedereen die de datum heeft gemist. [Koppeling]
In de 30 minuten durende reportage legt Hajo Seppelt, die na het vaak kritiekloze grote sportevenement van de zomer terugkeert op het scherm, met enige pathos uit voor welke gigantische opgave de wielersport momenteel staat. En de geneigde kijker wordt nooit moe om op een of ander moment te glimlachen. Als dan bijvoorbeeld a vertegenwoordiger Uit onderzoek blijkt dat 51 procent van alle respondenten vindt dat wielrennen weer op de publieke televisie uitgezonden moet worden. Ook al geven de respondenten aan dat andere sporten niet minder last hebben van het dopingprobleem.
De post heeft een muffe nasmaak. Het is eigenlijk goed dat Marcel Kittel en John Degenkolb hun zegje doen en hun houding tegen doping bevestigen, dat de recente successen van Duitse professionals worden geëerd. Ook de verwijzing naar onbeantwoorde interviewverzoeken van voormalige sterren als Jan Ullrich, Erik Zabel en Rolf Aldag is goed. Maar wat dachten Seppelt en Co.? Dat juist die mensen op wie de publieke omroepen, zij het niet altijd onterecht, jarenlang hun wrok hebben geuit, nu bereid zijn stelling te nemen?
Seppelt kan echter opstaan Experts steun - zoals Antoine Vayer uit Frankrijk, die hun eeuwige mantra van vuil fietsen mag herhalen, vooral als het om Tourwinnaars gaat; om er bijna in één adem op te wijzen dat steeds meer sporters ook in andere sporten positief testen. Het is dus bijna een kanttekening wanneer het rapport wijst op de voortrekkersrol van de wielersport als het gaat om uitgebreide tests.
De recente gevallen van Walentin Iglinsky en Matteo Rabottini hebben aangetoond dat er nog steeds mensen in de wielersport zijn die hun toevlucht nemen tot doping. De zeker terechte verwijzing in het artikel naar doping met GW1516 gaat ook in die richting. Waarom de geteste atleten voornamelijk onbekende atleten uit Zuid-Amerika zijn, wordt echter niet in twijfel getrokken. Men is eerder tevreden met het tonen van de nabijheid van de onafhankelijke onderzoekscommissie, die licht moet werpen op de rol van de UCI in de dopingzaken uit het verleden, bij de wereldwielerbond.
Het hele halfuur lang blijft de indruk bestaan dat de publieke omroepen het wielrennen weer op willen pakken, maar verstrikt raken in hun eigen, veelal eenzijdige berichtgeving van de afgelopen jaren. Als je het wielrennen een kans geeft op ARD en ZDF, zou dat een goed teken zijn. Men moet dan echter ook proberen te leren van de eigen fouten en de eenzijdigheid van de berichtgeving aan de kant schuiven. De laatste opmerking geeft in ieder geval hoop: “Het wielrennen heeft een lange weg afgelegd in zijn moeilijkste fase, de strijd om geloofwaardigheid”, het zegt. En hoewel de strijd nog lang niet gewonnen is, zou dat wel zo moeten zijn wake-up call, zoals UCI-voorzitter Brian Cookson de berichtgeving omschrijft, blijf niet gefocust op slechts één punt van kritiek.
Laat een bericht achter