Wielrennen: Zondag staat het hoogtepunt van de wereldkampioenschappen wielrennen dit jaar op het programma. De nieuwe wereldkampioen wordt gekroond en het Duitse nationale team behoort tot de favorieten. Na Heinz Müller in 1952 en Rudi Altig in 1966 zou er voor de derde keer in 50 jaar een Duitse wereldkampioen kunnen zijn. In de hitte van Doha hebben we drie hete ijzers in het vuur. Maar pas op, want dat weet de concurrentie ook.
De Duitsers zullen veel moeten werken
Op het eerste gezicht betekent favoriet zijn iets goeds. Je hebt grote kansen om te winnen en hebt legitieme hoop op het winnen van een medaille bij de Wereldkampioenschappen wielrennen. Maar deze status brengt ook gevaren met zich mee, want de deelnemers richten hun blik op de favorieten en gaan dan graag met de voeten omhoog in het wielrennen - in de ware zin van het woord. Dit probleem zou zondag bij de Duitse nationale ploeg kunnen komen, want met André Greipel, Marcel Kittel en John Degenkolb stuurt de BDR waarschijnlijk de sterkste ploeg aan de top naar de start. Tweevoudig gouden medaillewinnaar Tony Martin, Nils Politt en Jasha Sütterlin vervolledigen de Duitse ploeg. Met deze kracht zou het mogelijk moeten zijn om het veld bij elkaar te houden. Het vlakke parcours leidt over 257,3 kilometer van de wedstrijdsportfaciliteit Aspire Zone naar het kunstmatige eiland The Pearl. Er zullen enkele coureurs zijn die het de Duitsers zo moeilijk mogelijk willen maken. Daarom heeft de BDR steun nodig van andere nationale teams.
Cavendish, Sagan & Co. liggen op de loer.
De BDR zal zeker gesteund worden door de Britten. Met Mark Cavendish hebben ze immers de beste sprinter van de Tour de France van dit jaar in eigen gelederen. Hij kan zelfs rekenen op negen helpers. Titelverdediger Peter Sagan behoort ook tot de favorieten. De Slowaak heeft echter maar twee collega's aan zijn zijde in zijn broer Juraj en Michal Kolar. Ze zullen waarschijnlijk het trackingwerk niet doen. Wel kunnen de Colombianen voor Fernando Gaviria en de Noren voor Alexander Kristoff helpen met het tempowerk. Ook de Fransen rond Arnaud Demare en Nacer Bouhanni denken met hun grote ploeg kans te maken op medailles. Dylan Groenewegen (Nederland), Caleb Ewan (Australië), Magnus Cort Nielsen (Denemarken) en de twee Belgen Tom Boonen en Greg Van Avermaet blijven enkel de outsiderrollen. Terwijl de Italianen met Elia Viviani en Giacomo Nizzolo ook de voorkeur zouden moeten geven aan een massasprint, kunnen de Spanjaarden alleen in het offensief heil zoeken. Ondanks de negenkoppige ploeg is het vooruitzicht op een medaille vrij klein.
Er moet een alliantie worden gesloten
Ook al is er geen duidelijke favoriet voor goud, de ogen zullen nog steeds op de Duitsers gericht zijn. Met drie of maximaal vijf helpers lukt het niet om de hele 257 kilometer alleen te controleren. Er zullen dus allianties moeten komen. Als de Britten, de Noren, de Colombianen, de Nederlanders en de Australiërs hun krachten zouden bundelen, zullen de ontsnappingen waarschijnlijk geen schijn van kans hebben. Als de favoriete teams elkaar aankijken, dan kan er een grote verrassing komen in Doha. Als het Duitse team de nodige ondersteuning krijgt, dan heb je zonder twijfel de beste sprinttrein ter wereld. Met de starters Tony Martin en Marcel Kittel zou onze kopman André Greipel dan bovenaan het podium kunnen eindigen. Indien nodig konden de twee nobele helpers zeker bijspringen. Tony Martin zou zijn derde gouden medaille dit jaar zeker niet erg vinden en Marcel Kittel heeft er al een...
Laat een bericht achter