Beste lezers,
de smoothie van vorig jaar werd zoals gehoopt herhaald, want dit jaar hebben we het trainingskamp in het zonnige Istrië geleid. De mix van zweet, plezier, lichamelijke inspanning en misschien een traan of twee maakte deze dagen onvergetelijk. Deze unieke smaak werd gecompleteerd door de bijzonder goede cluboverschrijdende samenwerking.
Vorig jaar droomden we dat Greipel, Geschke en Co. ons op de berg passeerden. Maar deze keer waren we behoorlijk verbaasd toen het de snelste coureur ter wereld was die ons inhaalde in de kloof - Rene Enders.
Samen met ons, de jeugdrijders en de leerling-rijders in de leeftijdscategorie U15 legde hij talloze trainingskilometers af. Toen we samen naar de K1 gingen, kon hij ons nuttige adviezen en tips geven. Ook informeerde hij ons over dopingcontroles, hoe die worden uitgevoerd en waar je als eerlijke sporter rekening mee moet houden zodat er geen misverstanden ontstaan. Op dit moment hartelijk dank voor het verhelderende uur.
In het kader van het trainingskamp was er gelegenheid om Rene Enders nog een paar vragen te stellen, want wie weet wanneer we hem weer in alle rust kunnen spreken.
Interview met René Enders
Meneer Enders, hoe komt het dat u hier samen met school- en jeugdrijders het trainingskamp doet? Was het puur toeval of een spontane beslissing?
Het was niet helemaal spontaan. Ik doe al heel lang aan wielrennen en ik moet langzaam nadenken over wat ik na mijn carrière ga doen. Omdat de basistraining op dit moment sowieso op mijn agenda stond, bood ik Stephan Hauspurg aan om de jonge Thüringers te ondersteunen en te begeleiden tijdens hun trainingen.
Wat dacht je ervan om als baansprinter trainingseenheden tot 150 km in bergachtig terrein onder de knie te krijgen? Heb je problemen op de berg?
Het is zeker zo dat je als baansprinter niet zo lang onderweg bent. Ik had echter al de ervaring van het trainingskamp hier in Kroatië als jeugdrijder en wist dus waar ik aan begon. Maar het is lastig, want de scholieren en jeugdrenners zijn nu relatief snel op de berg. Maar ik denk dat ik het redelijk goed kan compenseren. (glimlachend)
Roept de afgelopen week herinneringen op aan eerdere trainingskampen?
Ja natuurlijk, Stephan Hauspurg was er toen ook bij en we reden samen de bergen op. Het is 14 jaar geleden sinds mijn laatste trainingskamp hier. Daarom herinnerde ik me niet zoveel behalve de kloof, de Mirnatal en een paar fragmenten wat betreft de routes. Maar het is zeker leuk om hier terug te zijn en je kunt zien dat er niet zo veel veranderd is.
Heb je de afgelopen dagen je KB-dagen goed besteed?
Nee ik heb niet. Ik bracht mijn KB-dagen ijverig door met trainen. Dat betekent dat ik de klassieke blokken van twee niet heb gedaan. Ik heb twee blokken van vijf gedaan. Op de eerste vrije dag deed ik krachttraining, met standaard squats. De tweede rustdag heb ik dan echt vrij genomen en daarna heb ik de derde weer in de gewichtsruimte en met trials op de baanfiets doorgebracht.
Zijn er dagen dat je geen zin hebt om op de fiets te stappen? En hoe motiveer je jezelf daarmee?
Natuurlijk zijn er ook dagen, zeker als je die ene dag hebt gezien dat het een keer niet mooi weer was. Dan zakt natuurlijk ook mijn motivatie om op de fiets te stappen. Ik denk dat ieder van ons die aan wielrennen doet bepaalde doelen voor ogen heeft die we willen bereiken en als je deze doelen voor ogen hebt dan houd je ze gewoon vast en dan slik je dit slechte weer in en dan zeg je dat het goed is voor het algehele resultaat en dan het doel bereiken.
Hoe heb je tijdens de training gegeten en wat zit er in je bidon?
Natuurlijk, als het gaat om wegtraining, spelen eten en drinken tijdens het rijden een grote rol. Hier bij de jongeren gebeurt dat nog niet op een schematische manier. Voor mij maak ik echter van tevoren een plan, het is relatief eenvoudig, maar ik weet de lengte van de route en weet dus ook hoeveel repen ik eet en wanneer ik waar en hoeveel drink. Natuurlijk moet ik eten voordat ik honger heb, zodat ik geen honger of uitdroging krijg. Dat doe ik meestal met gewone muesli of eiwitrepen. In mijn drinkfles zitten isotone dingen maar ook water.
Wat voor ons altijd heel moeilijk is, vanwege de korte pauzes tussen de wedstrijden op de baan, is de voeding tussendoor. Hoe doen ze het daar?
Het is echt heel moeilijk om tussen de wedstrijden door het hoofd boven water te houden. Dat hangt eerlijk gezegd ook van mij af. Dat doe ik meestal met een eiwit- of eiwitshake en dan probeer ik natuurlijk niets vettigs te eten, dus er zit geen brood of iets dergelijks tussen. Je kunt dan nog een reep eten, maar verder probeer ik meestal rond te komen met de shake.
Met zoveel aandacht voor voeding, wat is je favoriete eten en drinken?
Mijn lievelingseten is ossenhaas, zo rauw mogelijk geroosterd. En mijn favoriete drankje, naast Vita-Cola, is Martini als alcoholische drank.
Door een ongelukkig incident rijd ik momenteel op een van hun oude fietsen. Welke successen heb je al behaald met de Merida?
Ik heb in het eerste jaar op je huidige fiets gereden. Aangezien ik niet de absolute beste was op de weg en geen grote successen boekte en ik het me ook niet meer kan herinneren, kan ik deze vraag niet echt beantwoorden.
Kun je je je eerste racefiets nog herinneren? Hoe zag het eruit en wat was het?
Ik kreeg toen mijn eerste racefiets van de club. Het was een roestrode ruit met frameversnellingen, dus het was echt een slechte fiets. Later kocht ik een hemelsblauwe Bianchi met mijn jeugdinwijdingsgeld en mijn eerste spaargeld.
Voor ons als zevende-, achtste- en negendeklassers rijst altijd de vraag hoe we school en sport kunnen combineren. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?
Dat is altijd heel moeilijk. De tijd van de vijfde tot en met de tiende klas heb ik op een normale middelbare school doorgebracht. Natuurlijk was het heel moeilijk want je kwam om 14 uur thuis van school, je gooide je schooltas in de hoek, kleedde je aan en om 30 uur zat je al op de fiets. Dat ontspande een beetje toen ik in 14 overstapte naar een gymnasium. Daar was het natuurlijk zo dat alles van het tijdschema werd afgestemd met de trainingen en de races. Wat leren betreft, dwingt het leven op kostschool je om een deel van je lot in eigen hand te nemen. Je moet relatief snel volwassen worden. Dat lukte me vrij goed, dus ik had geen grote problemen.
U sprak eerder over de toekomst. Hoe moet het verder?
Het plan is dus dat ik in juni eerst in het Duitse kampioenschap rijd en daarna beslis hoe mijn carrière verder gaat. Ik heb mezelf dit jaar bewust uit het WK gehaald. Omdat ik gewoon een beetje zat of moe was van de Olympische Spelen. Sinds ik vorig jaar maart vader werd, wilde ik gewoon wat meer tijd voor het gezin hebben.
Tot slot, kunt u ons wat advies geven voor de toekomst?
In de basis is het belangrijk om een doel te hebben dat je echt wilt bereiken. En je moet je ervan bewust zijn dat als je tijdens de training geen zin hebt en de training gewoon uitzit, je de sport nog steeds alleen voor jezelf beoefent. Je doet er niemand een plezier mee. Je kunt je ouders een plezier doen door te gaan trainen, maar je moet je afvragen of je later echt topsporter wilt worden. Je kunt iedereen voor de gek houden, maar je bent altijd eerlijk tegen jezelf en ja, ik denk dat je je ervan bewust moet zijn dat je het voor jezelf doet...
Oké, meneer Enders, dan wil ik u bedanken voor het interview en misschien bent u er weer bij op het volgende trainingskamp hier in Kroatië.
De tijd in Istrië is net als de afgelopen jaren voorbij gevlogen en ook dit jaar zal onze Kroatische smoothie nog lang in het geheugen gegrift staan. Dankzij de talrijke begeleiders en hun toegewijde steun hebben we een goede basis weten te leggen voor het komende seizoen.
Ik hoop dat ik jullie dit keer weer heb kunnen inspireren met mijn bijdrage en ik kijk uit naar het komende seizoen.
Lennert Lifka
Laat een bericht achter