Wielrennen: Paul Martens (Jumbo – Visma) is prof sinds 2006. Nadat Team T-Mobile hem niet goed genoeg vond, reed hij voor Skill – Shimano. Tot op heden stond hij alleen onder contract bij Nederlandse teams. In het Velomotion-interview spraken we met de 35-jarige over zijn leven in België en Nederland voor aanvang van de slotetappe. Hij vertelt ons ook de verschillen met Duitsland.
Paul, hoe tevreden ben je over je tournee door Duitsland?
Paul Martens: "Natuurlijk ben ik hier niet gekomen als aanvoerder van ons team. Mijn prestaties worden dus niet gemeten aan de hand van mijn persoonlijke resultaten, maar aan hoe ik Jonas Vingegaard ondersteun. Hij is een jonge coureur en heeft veel potentieel. Hij laat het hier al zien. Vorige week werd hij tweede in de Ronde van Denemarken. Het is belangrijk dat ik hem zo goed mogelijk kan steunen. Ik wil hem het een en ander leren. Omdat dit een ongelooflijk stressvolle race is omdat elke seconde telt.”
Welke herinneringen heb je aan de oude tournee door Duitsland?
Paul Martens: "Het was toen veel groter. Als we nu naar de kaart van Duitsland kijken, bewegen we ons in een relatief klein gebied. We zaten toen nog in Sölden etc. Dus er is natuurlijk nog ruimte voor verbetering. Maar we zijn blij dat het überhaupt weer begint. Het startveld is buitengewoon goed. Dit laat ook zien dat we veel aanmoediging krijgen binnen het peloton en dat de Deutschland Tour overall gewaardeerd wordt.”
Je rijdt al je hele carrière in Nederlandse teams. Hoe komt het tot stand en wat is er misschien bijzonder aan?
Paul Martens: "Ik heb geen contract gekregen bij een Duits team. Ik liep stage in het team van T-Mobile, maar hoorde na het WK dat ik geen contract zou krijgen. Voor een U23-renner is het al 5 over 12. Maar toen had ik het geluk dat ik een baan kreeg bij Skill – Shimano. Hoewel alleen op ProConti-niveau, zou de WorldTour op dat moment waarschijnlijk te ambitieus zijn geweest voor mijn mogelijkheden. Ik was geen slechte coureur bij de U23's, maar ik was er zeker nog niet klaar voor. Ik waagde me toen naar België vanwege Skill - Shimano. En terugkijkend was dat het beste wat ik had kunnen doen. En als je dan toch al over de grens woont, is de wens om over te stappen naar een Duits team natuurlijk minder.”
Over België gesproken: je hebt lang in België gewoond en voor teams uit Nederland gereden. Merk je dat het fietsenthousiasme in deze twee landen groter is dan in Duitsland?
Paul Martens: "Het is anders. Als er in Duitsland races zijn, gebeurt er hier ook veel. De opwinding is er. Maar de basiskennis van fietsen is gewoon niet zo gewoon. We hebben soms een hoogconjunctuur van twee of drie jaar, maar die sterft altijd heel snel af. Als je mensen specifieke vragen over fietsen zou stellen, zou je waarschijnlijk niet veel juiste antwoorden krijgen. Dat is het verschil."
Heeft u al planningszekerheid voor het komende seizoen?
Paul Martens: "Ja, ik heb nog een jaar contract bij Jumbo - Visma."
De klassieke helpers krijgen vaak weinig krediet in de media. Hoe ga je ermee om?
Paul Martens: “Misschien wordt het in Duitsland niet zo ervaren. Maar ik volg het wielrennen niet persé in de Duitse media, maar in de Belgische. Ik voel me dus niet verraden of ondergewaardeerd. ik weet wat ik kan doen Het team weet wat ik kan. En dat is in die zin het belangrijkste. Maar als je de massa wilt overtuigen, dan heb je waarschijnlijk toch geen kans om gelukkig te zijn."
Welke Grand Tour vind jij het leukst?
Paul Martens: “De mooiste grote ronde is nu al de Giro. Maar dan merk je heel sterk het grote verschil in de waardering. Als je het heel goed doet in de Giro, krijg je misschien een schouderklopje. Op de toer hoef je maar één keer flessen voor de camera te krijgen, dan ben je al een tophelper. De Tour rijden helpt om een bepaalde status te bereiken.”
Je zit in de uitgebreide selectie voor het WK. Hoe is het om tegen je teamgenoten te racen?
Paul Martens: “Het leuke is: op elk WK dat ik voor Duitsland heb gereden – en dat zijn er nu nogal wat – zit ik aan tafel met ruimdenkende jongens. In de wielersport moet je gewoon heel flexibel zijn. Er rijden ook 28 mensen in het team. Dat betekent dat je in elke race een andere constellatie hebt. Je moet gewoon flexibel zijn over wie je teamgenoot is en wie niet. Bij een WK is dat net zo. Dus ik trek mijn BDR-shirt aan en ik heb een nieuw team voor deze race.
Welk advies kunt u onze nakomelingen geven?
Paul Martens: “Uiteindelijk draait het allemaal om hard werken. Leun achterover en hoop dat iemand die je kent zal helpen? Dat is niet meer goed genoeg. Tegenwoordig is aan de wattwaarden goed af te lezen wat er minimaal moet gebeuren. Je moet goed naar jezelf luisteren en jezelf afvragen: wat is mij dit allemaal waard? Als je gewoon wilt fietsen, kun je nog steeds in een Continental-team rijden als je 28 of 30 bent en plezier hebben. Maar als je ook andere doelen hebt, zoals ergens in onze samenleving een hoge baan bereiken, dan moet je al vroeg afwegen hoe ver je kunt komen in de wielersport. Anders sta je misschien je andere carrière in de weg.”
Laat een bericht achter