Test: De vermogensmeter heeft de afgelopen jaren zijn naam als belangrijkste trainingscontrole-instrument oprecht verdiend. Niet alleen in de professionele business, maar ook voor amateurs en ambitieuze hobbyfietsers is de vermogensmeter een must. Als je geluk hebt of genoeg betaalt voor je droomfiets, krijg je vaak de modelvariant direct geleverd met een vermogensmeter. Een vermogensmeter is hier echter niet zomaar een vermogensmeter en de benadering van het onderwerp wattmeting kan heel anders zijn. We konden de interne Shimano-vermogensmeter testen die onopvallend in de nieuwste Dura-Ace-crank was geïnstalleerd.
Vermogensmeter is niet gelijk aan vermogensmeter!
De aanpak van vermogensmeters is en was de afgelopen jaren van fabrikant tot fabrikant totaal verschillend. De meest logische benadering, die tot op de dag van vandaag grotendeels de overhand heeft, is meten met rekstrookjes in het krukgebied. Een eerste benadering is de meting in de krukster zelf, hier wordt het koppel geregistreerd en afgezet tegen de hoeksnelheid, die het resultaat is van de cadans. Andere vermogensmeters meten in de naaf op het achterwiel, in het pedaal, in de trapas of in de crankarm. Bij de verschillende systemen zijn er natuurlijk ook verschillende kenmerken van de meting. Goedkopere varianten meten soms alleen de prestatie van één been. De waarden worden verdubbeld om tot de algehele prestatie te komen. Hier stuit men natuurlijk al snel op het probleem van onnauwkeurigheid, aangezien beide benen niet altijd even sterk zijn of de kracht met een vertraging genereren. Om dit probleem te voorkomen, gebruikt Shimano een echte links/rechts-meting in zijn Dura-Ace vermogensmeter en heeft het rekstrookjes in beide crankarmen geïnstalleerd om een exacte meting van de kracht van beide benen mogelijk te maken. Het grote voordeel hiervan is dat, in vergelijking met de overigens zeer nauwkeurige metingen met een krukster, de balans vaak wordt berekend aan de hand van de cadans. De Shimano vermogensmeter levert hier echter aanzienlijk nauwkeurigere resultaten door zijn structuur.
Shimano Dura-Ace vermogensmeter review
Laten we wat meer in detail treden met onze Shimano Dura-Ace vermogensmeter. De crank ziet er eigenlijk hetzelfde uit als alle andere Shimano Dura-Ace cranks, met het grote verschil dat hij vermogen kan meten. Nou, als je beter kijkt, los van de prijs (1.149 euro), zie je dat er iets anders is. Omdat er een kleine afdekking aan de kettingbladzijde zit. Hier is een kleine LED op bevestigd en de aansluiting voor het opladen verschijnt onder het klepje. De permanent geïnstalleerde lithium-ionbatterij, die volledig opgeladen ongeveer 300 uur moet meegaan, kan worden aangesloten met behulp van de meegeleverde magnetische oplaadkabel. Ook aan de binnenkant van de linker crankarm zijn er verschillen met de klassieke Dura-Ace crank, omdat hier de ingebouwde rekstrookjes zichtbaar zijn. Last but not least heb je ook een pick-up nodig in de vorm van een kleine magneet, die dient als tegenhanger voor de cadanssensor op het frame. Tot zover de optische subtiliteiten, ook vanuit technisch oogpunt zijn de verschillen afgezien van de vermogensmeting slechts zeer klein, want in ons geval weegt de Shimano Dura-Ace vermogensmeter 53 gram met 39/175 tanden en een cranklengte van 716 mm, wat net 70 gram meer dan de tegenhanger zonder vermogensmeter. Gewicht mag geen excuus meer zijn. Zoals je je al kunt voorstellen, is de vermogensmeter uitgerust met Bluetooth en ANT+ en compatibel met elke fietscomputer.
De Shimano Dura-Ace vermogensmeter scoort ook punten als het om betrouwbaarheid gaat, want we hebben tijdens onze testperiode van bijna 6 maanden geen enkele keer de verbinding verbroken en altijd betrouwbare en zinvolle data ontvangen. Het is alleen belangrijk om op te merken dat de crank altijd de nieuwste firmware heeft via de Shimano E-Tube app en dat er regelmatig een goede nulpuntkalibratie wordt uitgevoerd. Dit is eenvoudig te doen door de fiets los te klikken en op een vlakke ondergrond te plaatsen voordat u vertrekt en de crankarm aan de aandrijfzijde verticaal uit te lijnen met de grond. Nu kun je kalibreren via Bluetooth met behulp van de app, met ANT+ via de fietscomputer of rechtstreeks op het apparaat zelf door op de knop op de oplaadpoort te drukken.
https://www.instagram.com/p/B9Fq4Z_AYwT/?utm_source=ig_web_copy_link
FTP-test met de Shimano Dura-Ace vermogensmeter
Natuurlijk moet je voor zo'n test ook duidelijk hebben dat je echt fit en fit bent voor actie. Dan kan de klassieke FTP-test worden gebruikt om de prestatiezones te bepalen. Hier wordt na een warming-up van 30 minuten 20 minuten getackeld met maximale (gelijkmatige) prestaties. Dat betekent niet meteen sprinten, maar een hoog tempo neerzetten, dat je 20 minuten vol kunt houden, vergelijkbaar met een tijdrit. Een stevige klim van 20 minuten, een vlak stuk of de hometrainer zijn hiervoor geschikt. Na 20 minuten martelen krijg je een gemiddeld wattage. Deze waarde wordt vervolgens vermenigvuldigd met 0,95 en je krijgt je FTP. De FTP is de Functional Threshold Power, die de waarde aangeeft die ongeveer een uur kan worden vastgehouden. Met behulp van vakliteratuur kunt u nu verschillende trainingszones voor intervallen en basiseenheden afleiden en zo uw training met de vermogensmeter starten.
Handige trainingsintervallen met een vermogensmeter
Anaëroob uithoudingsvermogen: Intervallen van 5 x 3 minuten bij 105-129% FTP, met elk 3 minuten herstel.
Spieruithoudingsvermogen: Intervallen van 5 tot 12 minuten bij 91-105% van FTP, met minimaal 2 tot 4 minuten regeneratief ertussen. In totaal zouden de intervallen 20 tot 30 minuten moeten bedragen.
Sprintkracht: 6 tot 15 seconden op maximaal vermogen met telkens 3 minuten rust. Het geheel wordt uitgevoerd totdat de gemiddelde waarde van een interval 10% lager is dan de hoogste gemiddelde waarde van de gehele intervalreeks. Voorbeeld: In het 2e interval wordt in 10 seconden 1000 watt bereikt, in het 5e interval slechts 900 watt en in het 6e interval slechts 870 watt. Hier moet de intervaltraining na de 6e worden beëindigd.