Als essentieel onderdeel van de onvermijdelijke ommekeer in mobiliteit vinden bakfietsen steeds meer fans, vooral onder gezinnen, vooral in stedelijke gebieden. Daardoor ontgroeien ze hun vroegere niche en komen ze steeds meer in de schijnwerpers te staan: afgelopen zomer had bijna geen enkele bekende dag- of weekkrant in dit land een vrachtkop kunnen missen. Meestal stralen de veelzijdige bestelwagens in een positief daglicht, als hoeksteen van een veranderend verkeerslandschap.
Hoe relevant zijn ladingcrashtests?
Af en toe wordt echter een heel andere toon aangeslagen, meest recent afgelopen juli. Talloze media zetten plots vraagtekens bij de veiligheid van bakfietsen voor het vervoeren van kinderen. Wat is er gebeurd? De ADAC had een aantal bakfietsen aan een crashtest onderworpen en was over het algemeen tot dubieuze resultaten gekomen: het bijbehorende persbericht sprak van gescheurde riemen, versplinterende en verschuivende transportboxen en een hoog risico op letsel. Voedsel gevonden voor krantenkoppenjagers en flinke imagoschade voor de bakfiets zelf. Het was lang niet de eerste keer dat publiekelijk een groot vraagteken werd gezet achter de veiligheid van bakfietsen. Bij een crashtest in juli 2020 ontdekte Basler Versicherung ook enkele flagrante veiligheidstekortkomingen en sprak hij over een hoog risico op letsel. Zijn bakfietsen dan echt zo onveilig?
Het antwoord op deze ogenschijnlijk simpele vraag is complex, want: een bakfiets is geen bakfiets - afgezien van de verschillende uitvoeringen verschillen de fietsen ook fundamenteel per fabrikant - inclusief hun veiligheidsvoorzieningen. Dat is een van de grote problemen van de genoemde crashtests, omdat bij de constructie van de Basler Versicherung alleen wielen van één fabrikant zijn gebruikt. Hoewel de ADAC meerdere soorten bakfietsen onderzocht, was de keuze uit verschillende modellen zeer beperkt. De respectievelijke resultaten werden nadien alsnog toegewezen aan alle bakfietsen. Helaas doet deze verkorting simpelweg geen recht aan de markt en veel modellen. Daarnaast is er geen gestandaardiseerde testprocedure en zijn de resultaten van verschillende testen niet met elkaar te vergelijken.
Grote verschillen tussen bakfietsen - wat heb je aan de standaard bakfiets?
"De veiligheid van onze klanten is erg belangrijk voor ons", verduidelijkt Ingo Kahnt, hoofd marketing en PR bij de in Koblenz gevestigde bakfietsfabrikant Ca Go. "In dit opzicht verwelkomen we onafhankelijke tests en kijken we altijd heel goed naar de resultaten." Met hun bakfiets, de FS 200, hechten de Rijnlanders veel belang aan veiligheid. Hieruit blijkt bijvoorbeeld ook dat vorig jaar de testopstelling van de Basler Versicherung door een onafhankelijk deskundig bureau is nagebouwd met een eigen bakfiets. Het resultaat: onder identieke omstandigheden lopen de kinderen in de Ca Go FS 200 een aanzienlijk lager risico op letsel dan op de testfiets van Basler Versicherung. Hoe komt zo'n groot verschil tot stand?
In het voorjaar van 2020 is een DIN-norm specifiek voor bakfietsen van kracht geworden (DIN 79010). Daar worden tal van constructieve eisen geformuleerd, afhankelijk van het toegestane totale gewicht (tot 250 kg) en ook basisveiligheidsvoorzieningen voor het vervoer van kinderen. Toch zijn de experts het erover eens: de standaard kan slechts een eerste stap zijn en legt in eerste instantie de basis voor toekomstige ontwikkelingen. Zo zijn er voor riemen weliswaar krachten voorgeschreven, maar deze zijn helaas slechts statisch, terwijl de krachten in werkelijkheid zeer dynamisch zijn. Dit verklaart ook waarom de veiligheidsgordels scheurden tijdens de crashtest van de Basler Versicherung. Het ongevalsscenario was niet onrealistisch: een aanrijding met 25 km/u op de achterzijde van een stilstaande auto.
Ca Go in portret: "Wij verkopen geen bakfietsen, wij verkopen mobiliteit"
In twee jaar tijd van idee naar product Nieuwkomer Ca Go presenteerde uit het spreekwoordelijke niets op de afgelopen Eurobike een nieuwe e-bakfiets aan het publiek. Met een aantal opwindende nieuwe benaderingen trok de fiets tal van nieuwsgierige blikken - waaronder die van ons. Het feit dat zelfs insiders uit de industrie niets hadden gehoord over de Duitse nieuwkomer uit Koblenz [...]
Het loont dus de moeite om bij de aanschaf van een bakfiets even goed naar de veiligheidsvoorzieningen te kijken. Als “modelleerling” brengt de Ca Go FS 200 een aantal deels unieke eigenschappen met zich mee. “Als fabrikant willen wij ons steentje bijdragen om ervoor te zorgen dat bakfietsen in de toekomst een nog grotere rol gaan spelen in het verkeer. Veiligheid is daarbij een zeer belangrijke factor." benadrukt Ingo. Pas onlangs presenteerde de fabrikant uit Koblenz de zogenaamde "Ortho-Safety-Collar": een vergroting van de transportbox in het kinderhoofdgedeelte om hier extra bescherming te bieden, vooral bij een zijdelingse aanrijding of een denkbare zijdelings kantelen van de fiets. Ook de geveerde stoelen met in hoogte verstelbare hoofdsteunen zijn in deze vorm uniek op de markt. Ook voorkomen de hoofdsteunen aantoonbaar overstrekking van de halswervelkolom in de CaGo, vergelijkbaar met die in een personenauto. De beveiligingsfunctie van het 5-puntsgordelsysteem werd ook bewezen in de CaGo-crashtest.
De transportbox van EPP in combinatie met een aluminium reling die naar binnen loopt, creëert een natuurlijke kreukelzone die schokken opvangt, maar tegelijkertijd de inhoud of inzittenden beschermt. "Onze testen hebben aangetoond dat EPP niet alleen stabieler is dan hout, maar ook meer vergevingsgezinde eigenschappen heeft." zegt Arndt Graeve, CTO van CaGo en directeur van het bedrijf Schumpeter, dat de doos ontwikkelde en produceert. Terwijl hout nauwelijks vervormt en op een gegeven moment plotseling breekt, vervormt EPP aanvankelijk heel lang, neemt het kracht op en herstelt het zich bijna volledig, zelfs bij grotere vervormingen. Vanwege de bijzondere aard van het oppervlak en de keuze van grondstoffen, moet de doos in de Ca Go FS 200 deze eigenschappen gedurende een lange periode behouden, ondanks ongunstige factoren zoals UV-straling van zonlicht.
Factor infrastructuur beïnvloeden
Allemaal goed dus, want veilig fietsen = veilig op weg? Helaas werkt deze vergelijking niet altijd, ook niet bij bakfietsen. "Alleen via onze fiets kunnen we als fabrikant min of meer direct invloed uitoefenen op hoe veilig de bakfiets is in het dagelijks leven." beperkt ook Ingo. Vooral het rijgedrag en de infrastructuur zijn andere factoren die hier een grote rol spelen. Een helm voor alle (bij)rijders moet net zo natuurlijk zijn als een aangepaste rijstijl. Dat laatste is niet alleen, maar ook van groot belang omdat veel gemeenten en steden de fiets - of het nu gaat om bakfiets, trekkingfiets of e-bike - nog steeds te weinig ruimte geven. "De fiets mist hier gewoon een lobby," stelt Ingo, ook al heeft de opkomst van e-bikes de afgelopen jaren zeker wat beweging in de zaak gebracht. Dat blijkt uit de grote geldpotten voor bakfietsen op veel plaatsen, maar ook door infrastructurele aanpassingen en beveiligde stallingen. Dus ook al is er nog een lange weg te gaan, het begin is gemaakt.
Laat een bericht achter